Of moeten er nog tempels zijn?
Chiang Mai
Maandagmiddag was het dan zo ver. Na een uurtje vliegen vanuit Bangkok landden we op de luchthaven van Chiang Mai. Auto oppikken en wijle weg, zij het met de nodige stress want naast het links rijden krioelt het hier van de scooters, trage Thai, hier en daar een file en smalle straten waar amper te kruisen valt.
Chiang Mai is de grootste stad van Noord-Thailand en de tweede grootste stad van het land. Het omvat een oud omwald stadsgedeelte waar menig tempel te bezoeken valt. Wij beperkten ons tot de Wat Chedi Luang en de daarnaast gelegen Wat Panthao.
Wat Chedi Luang
Wat Chedi Luang betekent “Tempel van de grote Chedi“. “Chedi” betekent dan weer letterlijk “heiligdom” en wordt in Thailand gebruikt voor een stoepa of pagoda. Een “stoepa” is een boeddistisch bouwwerk dat de relieken van een boeddhistische heilige bevat. Het is van oorsprong een massief rond gebouw op een vierkante verhoging.
De bouw van de Wat Chedi Luang werd in de 14de eeuw opgestart door Koning Saen Muang Ma die hier de as van zijn vader wilde bewaren. De bouwwerken werden echter pas midden de 15de eeuw volledig voltooid. De tempel was toen 82 meter hoog en had een basis van 54 meter. Als gevolg van een aardbeving in 1551 werd de tempel 30 meter lager.
Inthakhin Pillar Vihara (laatste foto in de reeks) is enkel toegankelijk voor mannen. Reden: vrouwen menstrueren. Er wordt geloofd dat dit de heiligheid van de stadspilaar vernedert en ruïneert. Daarnaast mogen ook mannen die niet gepast zijn gekleed niet naar binnen gaan. Er wordt geloofd dat elke niet-naleving van de regels tot sociale instabiliteit zal leiden. Men weze gewaarschuwd!
Een pilaar zou onderdak bieden aan de beschermgeest van de stad maar in feite duiden ze het spirituele centrum van de stad aan.
Wat Panthao
Wat Panthao ligt vlak naast Wat Chedi Luang en betekent “Tempel van duizend ovens”. Het is een verwijzing naar de vele haarden en smeltkroezen bij de tempel die werden gebruikt om Boeddhabeelden te gieten.
De Māravijaya houding of Bhumisparsha Mudra (Mudra’s = Boeddistische handgebaren), bekend als het “Gebaar van de Aardgetuige” is een van de meest diepgaande en herkenbare handgebaren van de boeddhistische iconografie. Deze mudra legt het cruciale moment vast in de reis van de Boeddha naar verlichting toen hij de aarde opriep om getuige te zijn van zijn triomf over de verleidingen en afleidingen van Mara, de demon van de illusie. Het gebaar wordt gesymboliseerd doordat de rechterhand de grond raakt, terwijl de linkerhand in de schoot rust, met de handpalm naar boven gericht.
Doi Suthep–Pui National Park
Het nationaal park is 261,06 km2 groot en omvat als bezienswaardigheden de Wat Phrathat Doi Suthep en Bhubing Palace, het winterverblijf van de koninklijke familie. Daarnaast kan je er ook enkele wandelingen doen. Wij deden een deel van de Monk’s trail tot aan de Wat Pha Lat en de Doi Pui Peak – Doi Hua Moo Nature trail.
Wat Phrathat Doi Suthep
Wat Phrathat Doi Suthep bevindt zich bovenop een berg en kan bereikt worden via 309 trappen. Wie liever lui dan moe is kan ook met de lift naar boven en beneden.
Volgens de legende zou een witte olifant, met op zijn rug een relekwie van Boeddha, de plaats van de tempel bepaald hebben nadat hij, na drie keer te hebben getrompettert, dood viel op de heuveltop.
Wat Pha Lat
Na een wandeling van een kleine 2 km kwamen we aan bij Wat Pha Lat, een tempel gelegen midden in de jungle. Ook hier heeft de witte olifant uit de legende van Wat Phrathat Doi Suthep een rol gespeeld bij de ligging van de tempel. De Koning wou namelijk dat ook daar waar de olifant uitgerust heeft een tempel werd gebouwd en zo geschiedde. Het werd een rustplaats voor de monniken die op pelgrimtocht waren richting Doi Suthep.
Doi Pui Peak – Doi Hua Moo Nature trail
Zonder de tocht naar het uitzichtspunt van Doi Hua Moo bijgerekend bedraagt deze trail volgens het National Park ongeveer 2,30 km. Wij deden in totaal 4,8 km waarvan de eerste kilometer en een beetje stevig bergop ging. Bergop naar de top van de berg Pui (Doi = berg) waar je alleen een bordje tegenkomt en er verder niets te zien valt.
De top van de Doi Pui bevindt zich op 1685 meter hoogte. Boven de 900 à 1000 meter komt men terecht in een groenblijvend woud met onder meer pijnbomen en eiken.
Deze uitstappen waren de laatste van ons verblijf in Chiang Mai. De volgende stop is Pai. Daarover meer in de volgende post.