Cirque de Cilaos

Het is alweer een tijdje geleden dat ik iets heb gepost. Volgens mijn laatste berichtje gingen we een korte wandeling maken maar daar is uiteindelijk niets van in huis gekomen omdat we iets te lang in ons bed hebben gelegen … Dat wil echter niet zeggen dat we stil hebben gezeten.

Bijna al onze uitstappen stonden in het teken van het derde keteldal: le Cirque de Cilaos. Zo reden we van Etang-Salé-les-Hauts naar La fenêtre des Makes van waar je een prachtig uitzicht hebt op de Cirque de Cilaos, de omringende bergpieken en gehuchtjes.

Het verhaal van de wolken kennen jullie intussen …

Gisteren, woensdag was het dan voor echt. We vertrokken richting Cilaos via de enige naar daar toe leidende weg, la Route des 400 virages. Die baan is 35 km lang en verbindt Saint-Louis met Cilaos. De aanleg van de baan startte in 1927. Ze werd in twee delen aangelegd. Een ploeg startte van beneden, een andere startte van boven. Toen de twee delen in 1930 bijna samenkwamen stelden de ingenieurs vast dat de delen niet tegenover mekaar lagen. Daarom werd een lus met een brug aangelegd om het niveauverschil te compenseren. Maar wat er ook van zij, het is een heel spectaculaire weg met een aantal bochten en tunnels waar je geen tegenligger kunt kruisen.

Eenmaal al die bochten getrotseerd kom je in Cilaos terecht.

Vanaf La Roche Merveilleuse heb je een prachtig uitzicht over het dorp en de omringende bergpieken.

Net zoals de andere keteldalen was ook Cilaos een toevluchtsoord voor de ontsnapte slaven of marrons. Het gebied was zo goed als onbereikbaar dus ze bouwden er kampen en konden er vrij leven. In de 19de eeuw profiteerden de arme blanke boeren zonder grond, die waren uitgesloten uit de koloniale maatschappij, dan weer van deze geïsoleerde plaats. Om de armoede te ontvluchtten verlieten zij de benedenkant die gedomineerd werd door het suikerriet van grootgrondbezitters. Ze ontgonnen de gronden van Cilaos en voorzagen in landbouw om te kunnen overleven: linzen, wijnranken en veeteelt. Dat is ook vandaag nog zichtbaar. Zeker in Ilets-à-Cordes dat zijn naam dankt aan het feit dat de zwarte slaven met koorden neerdaalden van de bergwanden om geen sporen na te laten voor de “slaven jagers”.

Om onze uitstap in Cilaos af te sluiten maakten we nog een zeer korte wandeling naar Le Bassin Fouquet waar we even konden afkoelen met de voetjes in het water.

Ondertussen zijn we terug in de bewoonde wereld en bevinden we ons in L’Ermitage-les-Bains (aan de kust dus) om te genieten van onze laatste 4 dagen vakantie en die beloven zeker nog spannend te worden.