In de Picos de Europa en Yves heeft er zin in.

Geef toe, Yves ziet er echt “insta-famous” uit en ik ben een topfotograaf met een top zonnekap 😜.
Zon of regen, foto’s maken blijft altijd een uitdaging en dat heb ik gedurende heel ons verblijf in de bergen mogen ervaren. Na ons verblijf in San Pelayo en onze wandeling in Funete Dé reden we richting Cain, een heel klein dorpje zo ongeveer in het midden van de Picos de Europa.
Caín de Valdeon
Is de exacte benaming van het dorp. Het ligt in de autonome regio Castilla y Leon en telt om en bij de 60 inwoners. Wat we zijn gaan doen in zo een klein dorpje? Wandelen tiens …
Cain de Valdeon ligt namelijk op het wandelpad van de Ruta del Cares, één van de populairste wandelroutes in Spanje. De wandeling loopt van Posada de Valdeon tot Poncebos (Asturië) en bedraagt enkele reis 21 km. Heel wat mensen maken de kortere versie tussen Cain en Poncebos, goed voor ongeveer 12 km enkele reis. Het is geen lus dus je moet langs dezelfde weg terug of een excursie of taxi regelen zodat je met de auto wordt terug gebracht. Van Poncebos naar Cain ben je dan zo een tweetal uur onderweg voor een afstand van 105 km.
Wij kozen voor de “korte versie” van de wandeling maar deze werd buiten onze wil om nog verder ingekort. De route is namelijk deels afgesloten als gevolg van de bosbranden die tijdens de maand augustus in de streek hebben gewoed. Door die bosbranden is het dorpje en het wandelpad een hele tijd onbereikbaar geweest. Voor het toerisme in de streek een kleine ramp want het dorpje Cain leeft vooral van de wandelaars die er langskomen. Weinig mensen komen met de auto naar Cain omdat de weg er naartoe vrij spannend is. Eenmaal voorbij Posada de Valdeon wordt de baan namelijk zo smal dat je er niet kan kruisen. En toegegeven, buiten wandelen valt er niets te beleven.
Ruta del Cares
Het eerste Cares-pad werd tussen 1915 en 1921 uitgegraven in de rots tijdens de aanleg van een kanaal voor de watervoorziening van de elektriciteitscentrale in Poncebos. De weg was bedoeld voor het onderhoud van het kanaal.







De route bevat wat tunnels en bruggen. Eenmaal door de tunnels heen is het tijd om de Cares-kloof te ontdekken. Deze kloof van ongeveer 12 km lang werd uitgesleten door de rivier de Cares die het Picos de Europa-massief doorkruist. De Cares verdeelt dit deel van het hart van de Picos in twee massieven: in het westelijke deel het westelijke of Cornión-massief en in het oosten het centrale of Urrieles-massief.





























Na een 5-tal km kwamen we bij het punt waar de route is afgesloten. Jammer maar we konden toch genieten van het indrukwekkende landschap en jawel, een rustige namiddag.
Covadogna
Daags na onze wandelingen in Cain vetrokken we naar Covadogna, onze laatste tussenstop in de Picos de Europa. Covadogna is een klein dorp in de gemeente Cangas de Onis en staat bekend om twee dingen, het bedevaartsoord en de meren.
Op de weg ernaartoe hielden we halt bij verschillende uitzichtspunten en reden we langs wat men de “Desfiladero de los Beyos” noemt.








Het was een mooie zonnige dag dus ideaal om te genieten van de weidse uitzichten. Eenmaal aangekomen in Cangas de Onis hielden we halt voor het middagmaal en gingen we op zoek naar dé lokale bezienswaardigheid, een Romeinse brug uit de 13de eeuw.



Nadien reden we door naar ons verblijf in Covadogna. Eenmaal ingecheckt gingen we onmiddellijk op verkenning. Er was namelijk weer slecht weer aangekondigd voor de volgende dag …

De slag bij Covadogna
Covadonga is een nationaal historisch monument en een bedevaartsoord. In 722 versloeg koning Pelayo (tweede foto) de Moren bij de slag bij Covadonga. Hiermee begon de Reconquista (de herovering van het Iberisch schiereiland door de katholieken door het verdrijven van de islamieten), die zeven eeuwen zou duren. In de Santa Cueva of Heilige Grot (laatste foto), bevindt zich een kapel met de Virgen de Las Batallas, een houten 18de-eeuws madonnabeeld, en tevens de graftombe van Don Pelayo, zijn vrouw en zijn zuster.





Daags nadien stond alweer een wandeling op de planning. Ditmaal rond twee meren …
Lago de Enol en lago de la Ercina
De meren hebben een glaciale oorsprong en liggen meer dan 1.000 meter boven de zeespiegel.
Om de meren te bereiken hadden we de keuze tussen het nemen van de bus (vooraf te reserveren, op een specifiek tijdstip) of het nemen van een collectieve taxi. De taxi dan maar want dat leek ons de meest flexibele oplossing. Eenmaal er genoeg volk aanwezig was om de taxi te vullen konden we de rit naar de meren aanvangen.
Het weerbericht was juist en slecht weer it was. Maar een beetje regen houdt ons niet tegen 😂. Het was een mistige, grijze, regenachtige dag dus veel konden we niet meepikken van het landschap onderweg en bij aankomst was het zoeken naar de meren. Maar ja, vol goede moed startten we aan de wandeling in de hoop dat het weer wat zou opklaren.














Helaas pindakaas zoals jullie kunnen zien. Niks opklaring, alleen maar mist en gemiezer. Toen we terug aan het startpunt van de wandeling keken we heel hard uit naar een warm drankje maar dat zat er ook niet in. Het enige restaurant was gesloten. Wachten dan maar op de taxi. Die kwam vrij snel maar was niet volzet dus was het wachten geblazen in de kou op een mistige parking. Uiteindelijk geraakte de taxi vol met mensen die aanvankelijk voor de bus-optie hadden gekozen maar het niet meer zagen zitten om zo lang op een mistige parking te staan wachten. Wij blij, iedereen blij.
En zo eindigde ons avontuur in de Picos de Europa. Volgende bestemming: Galicië.

















































































































































































































































































































































































