Ik ga op vakantie en ik neem mee: een valies of twee, een fototoestel en Yves natuurlijk. Benieuwd naar onze avonturen? Hou dan zeker deze pagina in de gaten.
Bangkok is de hoofdstad van Thailand en met iets meer dan 10 miljoen inwoners ook de grootste stad van het land. De stad bevindt zich in de rivierdelta van de Chao Phraya die zo een 25 km ten zuiden van de stad uitmondt in de Golf van Thailand.
Met zoveel inwoners is het niet alleen druk op de baan, ook op het water krioelt het van de bootjes.
Dit in het achterhoofd houdende en met een verblijf van amper 2 dagen in het vooruitzicht moesten er strategische keuzes gemaakt worden in functie van de bezienswaardigheden en de verblijfplaats.
We kozen voor het historische centrum van de stad, genaamd Rattanakosin. Hier vind je onder meer het Koninklijk Paleis en de tempel Wat Phra Kaew met zijn Smaragdgroene Boeddha, het Nationaal museum en de tempel van Wat Pho, bekend om zijn liggende Boeddha.
Aankomst en tochtje op de Khlongs
Aankomst
Omdat onze tijd in Bangkok beperkt was boekte ik een uitstap op de Khlongs op de dag van aankomst. Dit met het idee dat het hotel ons wel een vroege check-in ging aanbieden. Helaas pindakaas want toen we rond 8 u ’s ochtends aankwamen in het hotel was de kamer nog niet beschikbaar en was het wachten geblazen tot 14u.
Na de bagage te hebben achtergelaten in het hotel gingen we dan maar te voet op verkenning door Bangkok. Maar na een vlucht van 10 u en reeds 24u wakker te zijn kregen we snel een slag van de hamer. De vermoeidheid en temperatuur van om en bij de 35 graden deden ons snel terugkeren naar het hotel in afwachting van onze uitstap op de Khlongs.
Dat gaf mij de tijd om rustig uit te dokteren hoe we met de metro aan het startpunt van onze excursie moesten geraken. Naast de gewone metrolijnen heb je namelijk ook twee bovengrondse metrolijnen in Bangkok, de zogenaamde skytrain. Deze rijdt op grote betonconstructies zo een 12 meter bover de grond.
Khlongs
Khlong is de term voor een kanaal. De kanalen werden aangelegd omdat Bangkok gebouwd werd op de oevers van de rivier Chao Phraya en transport op het water vroeger het belangrijkste vervoermiddel was. De stad werd daardoor vaak het Venetië van het Oosten genoemd.
De kanalen werden gebruikt voor transport en drijvende markten maar ook om afvalwater te dumpen. De meeste Khlongs zijn vandaag de dag echter gedempt en vervangen door straten behalve ten Westen van de rivier, in Thonburi, waar er wel nog kanalen in gebruik zijn. Het was dan ook daar dat onze excursie ons heen leidde.
De kanalen worden bevaren door Long-tail boats of langstaartboten. Deze zijn ongeveer 15 meter lang en worden aangedreven door een verbrandingsmotor die veelal afkomstig is van een auto maar in ons geval was de motor afkomstig van een vrachtwagen. De motor is op het achtersteven gemonteerd en is verbonden met de schroefas. De motor is zowel zijwaarts als in hoogte draaibaar, waardoor met de schroef kan worden gestuurd in plaats van met een roer.
De toer op de kanalen leidde is naar een orchideeën kwekerij en een tempel. Wat onderweg opviel was het grote contrast tussen arm en rijk. We passeerden bescheiden houten huisjes op palen, grote villa’s langs het water maar evenzeer ingestorte huizen en stortplaatsen waar hier en daar tussen een paar houten planken nog mensen woonden.
De tempel waar we stopten was Wat Paknam Phasi Charoen. Helaas stond het grote Boeddha beeld in de stellingen. Van daaruit hadden we ook zicht op de Wat Khun Chan.
Na een welverdiende nachtrust stond een bezoek aan Wat Pho op het programma. Wat Pho is de grootste en oudste tempel van Bangkok en is bekend vanwege de grote liggende Boeddha. Deze is 46 meter lang en 15 meter hoog. Hij is versierd met bladgoud en met parelmoer in de ogen en de de voetzolen.
Dinner Cruise op Chao Phraya
Lekker eten en genieten van Bangkok by night vanop het water, dat was de idee achter de dinner cruise op de rivier. Tijdens de twee uur durende rondvaart met 7 gangenmenu hadden we het geluk de Vijit Chao Phraya 2024 lichtshow te kunnen meepikken.
Wat Arun
Als laatste op ons programma stond Wat Arun of de tempel van de dageraad. Deze bevindt zich op de Westelijke oever van de rivier en is makkelijk bereikbaar met de overzetboot.
Kenmerkend zijn de kleine porseleinen tegeltjes waarmee de tempel bedekt is. De grote pagode is 82 meter hoog.
Na wat ergenis om de meute toeristen die zich hier in traditionele kledij laten fotograferen en de menig andere “poseurs en poseuses” keerden we terug naar het hotel om de taxi te nemen richting Jomtien Beach in Pattaya. Hier vindt momenteel de Jet Ski World Cup 2024 plaats.
Maandag aanstaande rijden we terug naar Bangkok om door te vliegen naar Chiang Mai voor het vervolg van de reis. Tot binnenkort dus!
The park premises like the campsites, visitor center and waterfalls are open daily from 8 am until 4 pm, but there are no time limits to enter the park.
As of June 2022, the entrance fees for Doi Suthep-Pui National Park are 100 Baht for adults
The high altitudes of the park makes the climate cool and pleasant all year round, average temperatures are around 20-23 °C. During the winter months the temperatures may drop to as low as 5-6 °C, often around February.
Monks Trail naarWat Pha Lad
One of the most known trails in Doi Suthep, starting from a trailhead west of Chiang Mai University and ending at Wat Phrathat Doi Suthep.
It takes around 1.5 hours to walk this trail. Half way through this trail in about 45 minutes hiking is another temple, Wat Phra Lat which is near the main road into the park. Once on the road, the hikers need to walk a couple of hundred meters and continue the trail from the other side of the road.
Ban Khun Chang Khian: wandeling zie All Trails =>7 km
Wat Phra That Doi Suthep
The temple can be reached from the main road through the national park, accessible by walking 309 steps steep up or by tram for 30B. The way up is flanked by trees and Naga snake figures.
All visitors must take off their shoes and dress appropriately to enter the temple terrace. No shorts allowed and shoulders must be covered, there are clothes available for rent at the entrance.
Opening times are irregular, people seen in the temple from very early in the morning from around 5 to 6 am, closing around 7 pm.
Huay Keaw Waterfall
A nearly 500 meters short trail from this waterfall ends up on the main road of the park.
Nam Lod Cave: Guides (with lanterns) for Tham Lod are only 150 Baht per group (1-3 people), and the bamboo rafts inside the cave are 400 Baht for 3 people (return trip through the cave). It takes about 2 hours to see all three higher level caverns, and the main river tunnel.
Ban Jabo (Black Lahu community) & Ban Mae Lana: indien mogelijk proberen overnachten bij Ja Bo Campground
Doi Inthanon National Park is open from 5:30 am to 6:30 pm every day, all year round. The main trail of the park -Kew Mae Pan Trail- is closed for the visitors from June to October for annual forest recovery reasons.
As of June 2022, the entrance fees Doi Inthanon National Park are 300 Baht for adults. Cars will be charged with 30 Baht.
Two Chedis is the only attracition inside the national park that is not managed by the park, an additional 100 Baht per person entrance fee required to visit it.
The rainy season is May to October with most rainfall around July to September. The rest of the year is quite dry with colder weather around November to February.
Doi Inthanon Summit
Located at km 48 at the end of the road 1009, with an altitude of 2,565 meters asl, it is the highest peak in Thailand.
If you are after a challenging hike up to the highest point in Thailand, forget about it. The summit is accessible by car or bike all the way up, but you could hike a few hundred meters from the parking area to the actual summit. There are no longer trails to hike to the summit.
The summit viewpoint is a popular place for watching the sunrise, but the view from the road near Kew Mae Pan Trail a bit further south is a better spot to target the sunrise. Summit area is risky to target the sunrise because it is too often misty. For sunset, please read Phra Mahathat Naphamethanidon and Naphamethanidon (Two Chedis) further below.
Ang Ka Luang Nature Trail is not too far down the road, see below for more info.
There is a cafe next to the summit trailhead. There are a couple of squirrel and bird species which get very near people while sitting and enjoying the view from this cafe.
Kew Mae Pan Nature Trail
Starting from the main road just a few hundred meters north of the two chedis, this 2.5 km long circular trail must be accompanied by a Hmong Tribe guide. The hike is easy to moderate to walk, clear and well maintained. Part of the trail is along a mountain ridge with a beautiful view over west. The very rare Chinese gorals are relatively common along this trail but sighting is rare, a lot of attempts needed to eventually see one. It costs 200 Baht to hire a guide, there are always a few of them waiting at the trailhead on the main road and can only be hired on spot.
Kew Mae Pan Nature Trail is closed from June to October every year, re-opens 1st November.
Two Chedis
Also known as Phra Mahathat Naphamethanidon and Nophamethanidon in Thai, Two Chedis are on the main road 5 km south from the top of the main summit of Doi Inthanon
There is a viewpoint with a good view over the west side of the park, a popular place to see the sunset.
Two Chedis are not managed by park. The entrance os 100 Baht per person.
Watervallen
Wachirathan Waterfall
One of the most impressive waterfalls in the park, the most popular one due to its location and easy access. As with most other waterfalls, the size of this waterfall is very exaggerated by park staff or guides, but still, with around 40 meters height and the impressive wide look, it is no doubt one of the best falls in the park.
There are a number of restaurants, cafes and shops around the car park area of the falls.
Sirithan Waterfall
One of the most popular waterfalls, at km 22, accessible by a 200 meters long trail from the parking area on the main road. This waterfall can only be seen from a viewpoint not too far from the falls. It is not possible to get all the way down to the waterfall.
Siriphum Waterfall
1.5 km off the road 1284 north of headquarters, accessible by a trail on the west side of Ban Khun Klang village and the Royal Garden. The area around this waterfall gets sakura blooming in February.
Mae Klang Waterfall
It is the first waterfall on the main road into the national park, cascading nearly 100 meters tall over several tiers with the tallest tier nearly 25-30 meters. It is located 600 meters south of the checkpoint at the southeast part of the park.
Mae Ya Waterfall
A cascading waterfall plunging from several tiers over 250 meters. The main accessible tier is 40 to 50 meters tall and around 100 meters wide, no doubt one of the most impressive falls in the country.
27 december 2024
Mae Cham – Pachor (Mae Wang NP) – Pong Yang 161 km: 3u40′
108 Villa @ PongYang
Daginvulling
Pachor (Mae Wang NP)
The park is open 08:30 am to 4:30 pm every day, all year round.
To get to the park headquarters area and other attractions further inside the park; take the Highway #108 south of Chiang Mai for about 45 km until you reach Santi Suk Subdistrict. Ignore all other possible earlier side road routes various satnav applications such as Google Maps suggests as they involve quite a few turns. Once at Santi Suk, do a u-turn and drive back 800 meters and turn left to 2069 (signposted to Mae Wang National Park). Follow the route until getting to the park entrance. Pha Chor can be reached by taking another side road to the left just 2.3 km before the park entrance.
As of June 2022, the entrance fees are 100 Baht for adults
The dry season in the area is from March to May, rainy season is June to November and colder winter season is from December to February. While the park has cooler weather all year round, it is wise to dress in warmer clothing during the winter months when the temperatures can drop significantly.
Ob Khan NP
Attractions in Ob Khan National Park
Ob Khan Gorge is a strange and beautiful natural sightseeing spot in the area of Maekhan River, near the boundary of Hangdong District and Samoeng District, where the office of the Ob Khan National Park is located. The sightseeing spot is originated from the erosion of cliffs on both sides of Maekhan River.
Ob Hi is a small natural sightseeing spot (approximately 40 meters long), which is similar to Ob Khan and situated in the area of Maekhan River, approximately 1 km away from Ob Khan to the north.
Pha Toob is a small cliff standing beside the hill. The sightseeing spot is situated in the area of Nan River, approximately 2 km. away from Ob Hi to the north. From the base of Pha Toob, there is smooth detritus extending to Maekhan River.
Tukkatan cave is a large cave on the left-hand side of Huai Khanin, situated in the area of Tambol Banpong, Hangdong District (near Namsoom Royal Project). At the mount of the cave, there are beautiful stalactites and stalagmites. The depth of the cave has not yet been surveyed due to extreme coolness and humidity inside the cave. The cave should be developed as a tourist attraction. And the National Park’s Protection Unit should also be established at this site.
Maetien Waterfall is a single-step waterfall, originated from Maetien River. At present, Maetien Power Plant of
Mae Sapok Waterfall is a small sized waterfall, originated from Mae Sapok River, situated in the area of Mae Sapok Royal Project, Ban Mae Sapok, Tambol Mae Win, Mae Wang Sub-district, Sanpatong District of Chiang Mai Province.
Khun Win Waterfall is a 3-step small sized waterfall, situated in the central part of Mae Win River (between Ban Huai Yuak and Ban Khun Win, Tambol Mae Win, Mae Wang Sub-district, Sanpatong District). Step 1 of the Waterfall is about 10 meters high (approximately 20 meters away from Ban Huai Yuak or Ban Kariang), meanwhile, Step 3 is about 15 meters high and 9 meters wide (approximately 800 meters away from Step 2 of the Waterfall). Huai Mae Win Waterfall must be reached by walking from Ban Huai Yuak since there is no access road.
Pha Ok Ma is located 50 meters from Ob Khan. The cliff is cleaved by many streams. On the other side, the cliff is not high and there are many plants creating impressive view.
Huay Ta Sai is a curve section of Mae Khan river, located about 1 km from the parking area. The river is shallow and wide and good for swimming. The riverside is covered by grass and flower.
Nature Trail Walk : be sure not to miss the short nature trail walk along the gorge, great for photos.
Een Bongobon Wijnverblijf in Frankrijk en een verlengd weekend? Ideaal voor een uitstapje naar de Elzas. De Elzas ligt op een 500-tal km rijden en is vooral bekend om zijn witte wijnen zoals de Pinot Blanc, Pinot Gris en Riesling. Maar de streek heeft veel meer te bieden dan alleen maar wijn.
Met de Bongobon verbleven we op het Domaine Sylvie Fahrer & Fils in Saint-Hippolyte. Bij aankomst konden we genieten van een welkomstdrankje en een proeverij met aangepaste hapjes. Een glaasje Crémant met Paté in korst, Riesling met zalm, Gewurztraminer met Munster kaas en Pinot Noir met chocolade. Gelukkig sliepen we ter plaatse want na deze vier proevertjes werd ons aangeboden om nog wat andere wijnen te proeven, aanbod dat we zeker niet konden afslaan. Yves viel o.m. voor de smaak van de « Je ne sais pas », een mengeling van Muscat, Riesling en Pinot Gris. Ik ging dan weer voluit voor de Pinot Gris.
Na een dutje gingen we in het dorp op zoek naar een restaurant voor het avondeten en dat werd Le Hupsa Pfannala. De naam verwijst naar hun specialiteit zijnde de Hupsa Pfannala, gebakken aardappelen met spekjes en ajuin, overdekt met gegratineerde kaas. Hoewel ik er nieuwsgierig naar was liet ik mij verleiden door de een côte de veau aux girolles en Yves ging voor de asperges. Op aanraden van de ober dronken we daar een Muscat bij. Verassend want in tegenstelling tot andere wijnstreken is de Muscat in de Elzas geen zoete wijn.
Op dag 2 van onze uitstap stond La Route des Crêtes op het programma. Deze route verbindt Cernay met Sainte-Marie-aux-Mines en volgt de de bergkam van het massief van de Vogezen. We vertrokken uit Saint-Hippolyte richting Sainte-Marie-aux-Mines onder een stralend zonnetje.
De Route des Crêtes vindt zijn oorsprong in de Eerste Wereldoorlog. Ze werd parallel aan de bergkam, dus op de westflank ten opzichte van de vijand in het oosten, aangelegd om de bewegingen van de troepen (en het aanbrengen van de munitie) van het Franse leger te vereenvoudigen.
Onze eerste tussenstop was de Col du Calvaire waar we halt hielden aan het Station du Lac Blanc voor een wandeling genaamd La Crête du Lac Blanc. In de winter kan je er skiën, in de zomer mountainbiken en wandelen.
De wandeling naar de top van de bergflank was redelijk pittig maar werd beloond door een mooi uitzicht op het 72 meter diepe meer. Terugkeren deden we deels langs de heide en een skipiste.
Vervolgens reden we naar de Col du Hohneck, op zo een 1366 meter hoogte. Het weer begon stilletjes aan te keren dus we beperkten ons tot het naar boven rijden, genieten van het uitzicht en het verderzetten van de tocht met de auto.
Die tocht ging richting LeGrand Ballon, met zijn 1424 meter de hoogste top in het massief van de Vogezen. Om de top te bereiken dien je een korte wandeling te doen. In de verte onweerde en regende het en ook waar wij stonden zag het er dreigend uit maar we gingen toch naar boven. Jammer van het uitzicht maar toch indrukwekkend.
Het standbeeld, Diables Bleus, werd opgericht ter ere van de slachtoffers van de bataljons van de berginfanterie die tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten. De radar die dient dan weer voor de burgerlijke luchtvaart.
Laatste tussenstop van de dag was Hartmannswillerkopf, ook wel bekend onder de naam Vieil Armand. Hier werd tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar gevochten. De Franse en Duitse soldaten voerden er een loopgravenoorlog uit. Het gebied is uitgeroepen tot Nationaal Monument en omvat een herdenkingskapel, een militaire begraafplaats en restanten van bunkers en loopgraven. 30 000 Franse en Duitse soldaten lieten het leven op deze strategisch gelegen berg.
Na een uitgeregende wandeling op deze indrukwekkende site reden we richting Eguisheim om in te checken in ons tweede verblijf van het weekend, het Auberge du Rempart.
Eguisheim is geclasseerd als Plus Beau Village de France en heeft zeker zijn charme.
In Eguisheim ontstond ook de wijncoöperatie Wolfberger. Even langsgaan om al dat lekkers te proeven kon niet ontbreken op het programma…
Maar voor dat proeven bezochten we ook nog Colmar.
De oude stad en het zogenaamde Klein Venetië zijn zeker de moeite waard maar o jee, wat een drukte daar …
Naast Colmar zijn er nog heel wat mooie dorpjes te ontdekken langs La route des Vins d’Alsace maar helaas hadden we daar de tijd niet meer voor en ook Straatsburg hebben we door omstandigheden moeten overslaan.
Reden genoeg dus om nog eens terug te gaan naar deze streek die naast lekkere wijn en gezellige dorpjes ook heel wat natuurschoon heeft te bieden.
Sevilla is de hoofdstad van de Spaanse autonome regio Andalousië en van de provincie Sevilla. Andalousië ligt in het Zuiden van Spanje en dat zullen we gemerkt hebben aan het mooie weer.
De regio heeft een rijke geschiedenis en daar valt ook in Sevilla niet naast te kijken. Sevilla werd gesticht door de Griek Herakles en werd meermaals veroverd, o.m. door de Feniciërs en Carthagenen, de Romeinen, de Vandalen, de Visigoten, de Moren en Vikingen, de Fransen (Jozef Bonaparte, broer van Napoleon Bonaparte) en de Spanjaarden die in 1812 de Franse bezetting beëindigden.
Denk je nu terug aan de geschiedenislessen maar weet je niet meer wie al volkeren zijn, Wikipedia legt het je met plezier uit.
Wij gingen uiteraard niet naar Sevilla om de stad te veroveren maar wel om de 42,195 km van de marathon van Sevilla te trotseren. Enfin, dat was aanvankelijk mijn plan maar mijn gezondheid besliste er anders over. Maar niet getreurd, zo hadden we wat meer tijd om te genieten van deze mooie stad en zijn talrijke bezienswaardigheden.
Hieronder alvast een overzicht van de plaatsen die wij hebben bezocht.
Catedral de Santa Maria de la Sede
Je kan er niet naast kijken. De kathedraal in Gotische stijl werd gebouwd op de plaats waar voorheen de Moorse hoofdmoskee van de stad stond. De moskee werd gebouwd door de Almohaden en werd na de christelijke verovering van de stad in 1248 gebruikt als kathedraal. In 1401 werd echter besloten om een kathedraal te bouwen. De bouw startte in 1402 en werd afgerond in 1506.
Puerta del PedronPuerta de la AsuncionPuerta de la ConcepcionEl Patio de los Naranjos
Van de oorspronkelijke moskee zijn nog een aantal elementen overgebleven, namelijk het voorhof (Patio de los naranjos) met zijn Puerta del Pedron en de minaret of Giralda.
De binnenkant van de kathedraal is al even indrukwekkend als de buitenkant.
Graftombe van Christoffel Columbus
Nog een wit-je-datje van Yves: Christoffel Columbus ligt begraven in de kathedraal van Sevilla of althans dat is toch wat wordt beweerd. Er bestaat namelijk wat discussie over waar de ontdekkingsreiziger nu wel of niet begraven ligt. Zo heeft hij nog een tweede graf in Santo Domingo.
Columbus stierf in 1506 in Valladolid in Spanje. Drie jaar later werden zijn resten overgebracht naar Sevilla maar in 1537 werden ze naar Santo Domingo, de hoofdstad van het eiland dat hij in 1492 Hispanola (Klein Spanje) had gedoopt, getransporteerd omdat hij daar begraven wilde worden.
Door politieke onrust in de 18de eeuw in Hispaniola (de huidige Dominicaanse Republiek), verhuisden de Spanjaarden de resten naar Cuba vanwaar ze in 1898 werden overgebracht naar Sevilla. Volgens de Dominicaanse Republiek namen de Spanjaarden echter de foute beenderen mee en rust hij nog altijd onder het Columbus monument in de Dominicaanse hoofdstad.
La Giralda
Zoals reeds gezegd, de Giralda is een overblijfsel van de vroegere moskee. Ze werd tussen 1184 en 1195 gebouwd in opdracht van de Almohaden en was destijds, met zijn 97,50 meter, de hoogste minaret ter wereld.
De Giralda dankt haar naam aan het 4 meter hoge bronzen beeld, bijgenaamd de Giraldillo, dat boven op de toren staat en het Geloof voorstelt. Het draait mee met de wind en heeft de toren zijn bijnaam gegeven (Giralda = windvaan).
De toegang tot de Giralda is inbegrepen in het toegangsticket van de kathedraal. Naar boven gaan valt goed mee want in plaats van trappen is er een hellende gang die naar de top voert. Vroeger gingen ze dan ook te paard of met de ezel naar boven. Vandaag geen paarden of ezels meer te bespeuren maar wel een meute toeristen die à la queue leu leu naar boven gaan.
Eenmaal boven is het ook een drukte van jewelste en is het je beurt afwachten om op de verhoogde rand te kunnen gaan staan om een glimp van de omgeving beneden op te vangen. Dat zicht wordt dan ook nog eens verpest door kippengaas dus dat is wat mikken met het fototoestel tussen de gaatjes.
Wie uitgebreid van het weids uitzicht wil genieten en ook nog iets wil opsteken over de architectuur van de kathedraal kiest best voor een gegidste toer op het dak.
Rondleiding op het dak
De kathedraal is gebouwd in de vorm van een vijfbeukige kruiskerk met verschillende kapellen en is van binnen 127 meter lang, 83 meter breed en 43 meter hoog. Op het dak maak je kennis met de ingenieuze architectuur van deze mastodont.
Zo kom je te weten wat een contrefort (steunbeer), arc-boutant (luchtboog) of pinacle (pinakel) is en waarvoor het dienst doet. De rondleiding was in het Frans maar kan ook in het Engels of het Spaans gevolgd worden.
Een steunbeer of contrefort is een massieve plaatselijke verzwaring van het muurwerk om dit te versterken en de zijdelingse druk of spatkrachten van de op de muur rustende gewelven, luchtbogen of kappen op te vangen en naar de fundering af te voeren.
Het gotische gewelf bestaat uit een geheel van kruisribgewelven en spitsbogen. Anders dan bij een plat dak oefenen deze gewelven een zijwaartse druk (spatkrachten) uit op de (hoge) muren van het middenschip van de kerk, die erg dik zouden moeten zijn om deze druk op te vangen. De wens om dit te vermijden leidde in de middeleeuwen tot de ontwikkeling van de steunbeer, die via een luchtboog de zijwaartse druk opvangt.
Een luchtboog is een stijgende boog, die tussen een steunbeer en het bouwwerk is aangebracht.
De pinakel komt voor op steunberen of luchtboog en boven en naast frontalen. Behalve als versiering dient de pinakel ook om het gewicht van de steunbeer te vergroten, zodat de steunbeer meer druk van de luchtbogen kan opnemen.
Ingewikkeld? Op de foto’s wordt het duidelijk. Met dank aan Wikipedia voor de uitleg want nee, ik heb niet alles onthouden 😉
Koepel van de Koninklijke Kapel in Renaissance stijlKoepel van de Grote SacristieSteunbeer, luchtboog en pinakelDe luchtbogenRosas van de Puerta de la Asuncion
Iglesia colegial del Divino Salvador
Met het toegangsticket van de kathedraal kan je ook deze prachtige kerk bezoeken die zich op de Plaza del Salvador bevindt. De ideale locatie trouwens voor een gezellig terrasje in de zon.
Na de kathedraal is het de grootse kerk van Sevilla. Ze werd gebouwd op de overblijfselen van de Grote Moskee. Geen Gotische stijl ditmaal maar wel Barok ten top.
Real Alcazar
Het Koninklijk Paleis van Sevilla behoort dezer dagen niet meer tot de Spaanse kroon maar de Koninklijke familie komt er wel nog overnachten wanneer ze in Sevilla verblijven. Wie wil kan de koninklijke vertrekken bezoeken. Dit moet wel apart geboekt worden want het maakt geen deel uit van het standaard toegangsticket.
De naam Alcazar betekent kasteel in het Spaans en is afgeleid van het Arabische woord al-qasr (vesting of paleis). Het complex van paleizen is opgericht in Mudéjar-stijl; een bouwstijl met veel invloeden van de Moorse en Christelijke cultuur.
De toegangstickets boek je best op voorhand. De reservatie kan je online doen en is op basis van een tijdslot. Wij hadden gelukkig geen lange wachtrij maar hou er rekening mee dat deze er meestal wel zijn. Boek ook op de website van Real Alcazar zelf en niet via andere aanbieders.
In het paleis zelf loop je gemakkelijk verloren, de verschillende ruimtes zijn jammer genoeg niet zo goed aangeduid. In de prachtige tuinen wijst alles zichzelf echter uit.
Plaza de España
Ter ere van de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling van 1929 werden diverse gebouwen opgetrokken in het Maria-Luisapark. In dat park bevindt zich de Plaza de España. De gebouwen vormden tijdens de wereldtentoonstelling van 1929 het paviljoen van Spanje.
Onderaan de gebouwen bevinden zich 52 tegelmozaïeken, fresco’s waarop alle Spaanse provincies zijn afgebeeld in azulejo’s (typische Andalusische tegeltjes). Midden op het plein staat een fontein en het middenplein wordt bijna volledig omringd door een kanaal waarover vier bruggen zijn aangelegd die de 4 oude koninkrijken van Spanje (León, Castilla, Aragón en Navarra) vertegenwoordigen.
Metropol Parasol
Metropol Parasol overdekt het Plaza de la Encarnación over een oppervlakte van 11.000m² en is 28 meter hoog. De Parasol werd gebouwd onder leiding van de Duitse architect Jürgen Mayer en was destijds bedoeld om het plein en haar omgeving nieuw leven in te blazen.
Van 1842 tot 1973 stond er namelijk een overdekte markt op de plaats maar deze moest plaats maken voor een ondergrondse parkeergarage. Tijdens de werken daarvoor stuitte men op resten van een Romeinse en Moorse gebouwen. Om deze te vrijwaren moest er een nieuw plan bedacht worden, reden waarom de stad een ontwerpwedstrijd uitschreef waarbij het plan ingediend door de Duitse architect de voorkeur genoot.
Het bouwwerk bestaat uit zes grote parasols die opgebouwd zijn uit houten panelen die in een rasterpatroon aan elkaar bevestigd zijn. De pijlers zijn van beton. De parasols, zijn geïnspireerd op de gewelven van de Kathedraal en op de waringinbomen (ficussen) die in de stad te vinden zijn. Omwille van hun vorm hebben de inwoners van Sevilla de parasol omgedoopt tot lasSetas de Sevilla oftewel de champignons van Sevilla.
Bovenop de parasols is een wandelpad aangelegd. ’s Avonds zijn de parasols dan weer verlicht wat voor een mooi spektakel zorgt. Onder de parasols is er een overdekte markt. In de kelder is een museum ingericht waarin de Romeinse en Moorse archeologische vondsten te bezichtigen zijn.
Torre del Oro
De Torre del Oro ligt aan de Paseo Cristóbal Colón en de rivier Guadalquivir. Hij dateert uit de 13e eeuw. Toen de Almohaden Sevilla als hoofdstad kozen richtten zij naast de Giralda ook deze toren op. De toren maakte deel uit van de Moorse stadswallen tussen de Reales Alcázares en de rest van de stad. In 1760 werd hij verbouwd en kreeg hij er een klein rond torentje bij.
Guadalquivir
Plaza de Toros
La Plaza de Toros de la Real Maestranza de Caballería de Sevilla (nl: plein van de stieren van het koninklijk arsenaal van de Sevillaanse cavalerie) is de grootste en belangrijkste arena in Spanje waar stierengevechten worden georganiseerd.
Wat we er van vonden?
Sevilla is een bruisende stad waar heel veel te beleven valt. Trek zeker een paar dagen uit om te kunnen genieten van al de historische bezienswaardigheden, de talrijke pleintjes, winkeltjes, bars en restaurants.
Wij brachten er 4 dagen door en hebben zeker niet alles gezien. Zo hebben we de wijken aan de overkant van de Guadalquivir niet aangedaan. Naast onze uitstappen hebben we vooral genoten van het mooie weer, de tapas, cervezas, tinto de veranos en sangrias en ja zelfs van de siestas.
Het viel al uit de laatste post af te leiden, Bryce Canyon National Park en Zion National Park waren de laatste twee bestemmingen van onze rondreis door Arizona en Utah.
Bryce Canyon National Park
Bryce Canyon is niet één enkele kloof, maar een reeks natuurlijke amfitheaters of kommen, uitgehouwen in de rand van een hoog plateau. De bekendste hiervan is het Bryce Amphitheatre, dat gevuld is met onregelmatig geërodeerde rotsspitsen die hoodoos worden genoemd.
We hadden al wel heel wat moois gezien maar Bryce Canyon liet vanaf het eerste uitzicht een ongelofelijke indruk na. Vanaf Sunrise Point aanschouwden we bij het ochtendgloren het Bryce Amphitheatre.
Het wandelpad dat we beneden zagen lopen wachtte op ons voor de Queen’s/Navajo Combination Loop wandeling. Deze wandeling combineert het open uitzicht en de unieke hoodoos van de Queen’s Garden Trail met de iconische haarspeldbochten en torenhoge kloofwanden van de Navajo Loop Trail.
Het startte gezapig met een afdaling in het amphitheater langs Queen’s Garden. Terwijl we wandelaars die de wandeling in de omgekeerde richting aflegden zagen puffen genoten wij van het mooie uitzicht.
Maar wat bergaf gaat, gaat ooit weer bergop. En die bergop wachtte ons op na Two Bridges.
Na Two Bridges volgt namelijk Wall Street. De haarspeldbochten van deze laatste slingeren tussen smalle muren van kleurrijke kalksteen met uitzicht op torenhoge Douglas-sparren en de beroemdste hoodoo van het park: Thor’s hammer.
Thor’s Hammer
Na de wandeling reden we naar het eindpunt van de 29 km lange Scenic-drive, Rainbow & Yovimpa Points, om vervolgens bij de verschillende overlooks te stoppen.
Natural Bridge
Het was intussen zo druk geworden in het park dat de weg naar Inspiration Point en Bryce Point was afgesloten.
Na onder waakzaam oog van een eekhoorn een pizza te hebben binnengespeeld probeerden we nogmaals naar Inspiration Point en Bryce Point te rijden maar helaas, we mochten er nog steeds niet in. Dan maar doorrijden naar de volgende bestemming, Zion National Park.
Zion National Park
Zion National Park ligt aan de rand van een regio die bekend staat als het Colorado Plateau. De rotslagen zijn opgetild, gekanteld en geërodeerd en vormen een kenmerk dat de Grand Staircase wordt genoemd, een reeks kleurrijke kliffen die zich uitstrekken tussen Bryce Canyon en de Grand Canyon. De onderste rotslaag bij Bryce Canyon is de bovenste laag bij Zion, en de onderste laag bij Zion is de bovenste laag bij de Grand Canyon.
Onderweg naar Springdale, waar we de laatste twee nachten zouden overnachten, reden we al door een stuk van het park via de Zion-Mount Carmel Highway. Het was er behoorlijk druk en de kleine parkeerplaatsen langs de weg stonden allen vol. We genoten dan maar al rijdend van de imposante rotsen, haarspeldbochten en tunnels.
Aangekomen in Springdale pikten we ons materiaal voor de wandeling van de volgende dag op. Die wandeling zou ons leidden naar The Narrows via Riverside Walk.
The Narrows
De wandeling start aan de Temple of Sinawava, het laatste punt van de Scenic-drive in het park. In deze periode van het jaar kan je de Scenic-drive enkel met de shuttle-bus doen. Er rijden ook shuttlebussen van Springdale naar het Visitor’s Centre vanwaar de bussen richting park vertrekken maar wij besloten om met de auto naar het Visitors Centre te rijden omdat we onze outfit moesten meesleuren.
Het plan was om met de eerste bus van 7u te vertrekken maar het was nog pikkedonker en dus zoeken naar de juiste weg en parking, waardoor het de tweede bus werd. We zagen al heel wat wandelaars in Narrows-wandel-outfit dus besloten we de onze ook al maar aan te trekken.
Waarom een speciale outfit? Lees even volgende beschrijving en je zult begrijpen waarom:
De Zion Narrows is een van de meest iconische kenmerken van Zion National Park. Deze majestueuze slotcanyon is het deel van de Virgin River stroomopwaarts van de belangrijkste Zion Canyon. Met muren die duizenden voet (1000 ft = +/- 300 m) hoog zijn en in sommige delen slechts tien meter uit elkaar liggen, biedt de kloof wandelaars een volledig uniek avontuur. Om de Narrows te ervaren, moeten wandelaars in de rivier waden terwijl deze door de diepe gang van Navajo-zandsteen kronkelt.
De wandeling kan stroomopwaarts of stroomafwaarts gedaan worden maar voor de stroomafwaarts wandeling is een vergunning nodig. De meeste mensen wandelen dan ook stroomopwaarts via de Riverside walk. Op het einde van dit pad kan je in de rivier om de wandeling naar The Narrows aan te vatten.
Gevaar?
Wandelen in een rivier is niet zonder gevaar. Er worden dan ook heel wat veiligheidswaarschuwingen gegeven, bv. in de shuttle-bus, op de website van het park, aan de start van de wandeling, …
Zo moet je opletten voor eventuele flash-floods of plotselinge overstromingen, een plotselinge toename van de diepte en snelheid van het water in als gevolg van hevige regenval door onweersbuien. Het overstromingswater vervoert groot puin, zoals boomstammen en rotsblokken.
De Amerikaanse weerdienst geeft gelukkig flash-food voorspellingen op haar website, een gewaarschuwd man is er twee waard, maar daarnaast moet je ook rekening houden met waterpeil en het debiet van de rivier (ook dat kan je opvolgen).
Wanneer de rivier onder de 70 kubieke voet per seconde (CFS) (= 2 kubieke meter/seconde) stroomt is wandelen matig (moderate) moeilijk. Het water kan dan op sommige plaatsen op kniehoogte of tot aan het middel komen. Wanneer de stroming boven de 70 CFS komt, wordt het lopen tegen de stroom in een uitdaging en kan het water op sommige plaatsen tot dij -of borsthoogte komen. Als de stroom boven de 150 CVS uitkomt, zijn The Narrows gesloten.
Ik had het debiet al heel de week in de gaten gehouden en dat stond telkens rond de 40 CFS maar helaas valt niet te voorspellen wat het debiet zal zijn op de dag van de wandeling zelf. Dan sta je voor een voldongen feit en voor ons was dat 72 CFS.
En dat zal ik geweten hebben …
Want alsof de stroming het nog niet moeilijk genoeg maakt ligt de bodem bezaaid met stenen en rotsen die je niet ziet waar het water hoog staat. De hele wandeling gebeurt al zigzaggend van het ene droge stuk of stuk met laagste water of minste stroming naar het andere gelijkaardige stuk. Je moet dus vaak de rivier oversteken en daar kan het al eens mislopen. Zo viel ik ineens in een dieper gedeelte en werd ik een stukje meegesleurd door het water. Gelukkig kon ik mij op tijd herpakken en terug recht komen maar mijn waadpak zat wel vol water.
We waren toen al redelijk ver gevorderd maar waren nog niet aan het nauwste deel van de canyon geraakt. Na even deels opdrogen en bekomen van de emotie in het zonnetje besloten we toch maar om op onze stappen terug te keren.
Toen we onze wandeling rond 8u aanvatte was het al behoorlijk druk maar bij het terug wandelen was het nog erger. Het was echt zot om te zien hoe sommige mensen er bijliepen. Zo liep er eentje rond in zwembroek en crocs (zie laatste foto). En dat met een watertemperatuur van 12°C en bij aanvang van onze wandeling een buitentemperatuur van 6°C. Die dag kwam het water op een bepaald stuk ook tot borsthoogte. Hij liever dan ik ;-).
Ondanks het nat pak, het gevloek en gevecht met de stroming was het een mooie ervaring. Eentje om over te doen wanneer het debiet wat lager staat :-).
Capitol Reef National Park, gelegen in zuid-centraal Utah, in het hart van het rode rotsland, is een verborgen schat vol kliffen, canyons, koepels en bruggen in de Waterpocket Fold, een geologische monocline (een eenzijdige vouw in horizontale rotsformaties) die zich bijna 100 mijl uitstrekt van Lake Mountain tot Lake Powell. De Waterpocket Fold ontstond in de loop der eeuwen en werd gecreëerd door drie geleidelijke maar krachtige processen: afzetting, opwaartse druk en erosie.
Capitol Reef is net als Canyonlands N.P. onderverdeeld in drie districten: Waterpocket district (Zuiden), Cathedral Valley district (Noord) en Fruita Historic District (het hart van het park).
Ons bezoek beperkte zich tot Fruita.
Fruita Historic District
Wanneer je het park binnenrijdt valt het onmiddellijk op hoe groen het er wel is. Dit komt door de vele boomgaarden die er zijn aangelegd.
Mormoonse pioneers plantten destijds duizenden fruitbomen in de vruchtbare Fremont River Valley. Van de jaren 1880 tot 1960 zorgden deze bomen voor voedsel en inkomen voor de families die Fruita hun thuis noemden. Appels, abrikozen, kersen, perziken, peren en pruimen stonden verspreid over de boomgaarden van elke familie. Tegenwoordig worden de boomgaarden bewaard en beschermd als onderdeel van het Fruita Rural Historic Landscape dat is opgenomen in het nationaal register van historische plaatsen. De boomgaarden bevatten ongeveer 1.900 bomen.
Fremont River
Naast fruit plukken in de boomgaarden en de Scenic-drive van 14 km door het park rijden kan je natuurlijk ook wandelen in Capitol Reef.
Grand Wash Trail
Grand Wash is een beroemde kloof die zich een weg baant door het bovenste gedeelte van de Waterpocket Fold. Een wash is een droge waterloop die tijdelijk of seizoensgebonden vult en stroomt na voldoende regen. Het pad is bedekt met sediment uit de stroombodem en volgt het droge wasbed tot diep in de zandstenen kloof, met kliffen die tot 250 meter hoog opdoemen. Op het smalste punt (narrows) liggen de muren slechts 5 meter uit elkaar. Dit stuk van een halve mijl is een geweldige introductie tot wandelen in een slotcanyon en een droog alternatief voor Zion’s Narrows.
Het verhaal over de Zion’s Narrows hebben jullie nog tegoed. Hieronder alvast een paar beelden van de indrukwekkende kliffen van de Grand Wash Trail.
Deze familie bighorn-schapen stoorde zich niet aan de aanwezigheid van de wandelaars maar er hield wel eentje alles waakzaam in het oog.
Na de wandeling stopten we nog aan een aantal uitzichtpunten in en buiten het park alvorens via een prachtige baan door te rijden naar onze volgende stop, Ruby’s Inn in Bryce Canyon.
Slickrock DividePanorama PointGoosenecks Overlook
Utah’s Scenic Byway 12
Die prachtige baan draagt de naam Utah’sScenic Byway 12 en is zo’n 124 mijl of 199 km lang. Een National Scenic Byway is een weg die door het Amerikaanse ministerie van Transport wordt erkend vanwege een of meer van de zes “intrinsieke kwaliteiten”: archeologisch, cultureel, historisch, natuurlijk, recreatief en landschappelijk.
Sommige schilderachtige zijwegen worden daarbovenop aangewezen als All-American Roads, die aan twee van de zes intrinsieke kwaliteiten moeten voldoen. De benaming betekent dat ze kenmerken hebben die elders in de Verenigde Staten niet voorkomen en uniek en belangrijk genoeg zijn om op zichzelf toeristische bestemmingen te zijn.
Dit is het geval voor de Scenic Byway 12.
De All-American Road: Scenic Byway 12 verbindt US 89 nabij Panguitch in het westen met SR 24 nabij Torrey in het noordoosten. Het is niet de snelste route tussen deze twee punten, maar wel verreweg de beste.
De weg loopt door Red Canyon, Bryce Canyon National Park, Grand Staircase-Escalante National Monument en over Boulder Mountain in het Dixie National Forest tot aan het einde nabij de ingang van Capitol Reef National Park. Al deze plaatsen zijn een bezoek waard maar daar hadden we helaas de tijd niet voor.
Capitol Reef hadden we wel net afgevinkt en Bryce Canyon was de volgende bestemming. We stopten wel op de verschillende uitzichtpunten en dat leverde deze beelden op.
Larb Hollow OverlookBoynton OverlookHead of the Rocks Overlook
Ruby’s Inn
Ruby’s Inn in Bryce Canyon City biedt verschillende accommodatie mogelijkheden en activiteiten aan in de buurt van het Bryce Canyon National Park. In tegenstelling tot de overige plaatsen en parken die we hadden bezocht was het hier bijzonder druk.
’s Avonds pikten we in de Ebenezer’s Barn and Grill een show mee van The Bryce Canyon Wranglers. Een live country music dinner show, dat moesten we toch eens beleven :-).
Deze boog hebben we gespot in Arches National Park. Arches heeft de dichtste concentratie natuurstenen bogen ter wereld. Er zijn meer dan 2000 gedocumenteerde bogen in het park, variërend van flinterdunne scheuren tot overspanningen van meer dan 97 meter.
Om Arches te bezoeken dien je tegenwoordig op voorhand een tijdslot te reserveren. Omdat er een wandeling op het programma stond en daarna moest doorgereden worden naar Torrey begonnen we vroeg aan onze dag. Om 7.30u reden we het park binnen en omstreeks 8u startten we de Devils Garden Trail, goed voor zo een 11,5 km wandelplezier.
De volledige Devils Garden Trail omvat Landscape Arch, Double O Arch, Dark Angel en de Primitive Trail. Deze uitdagende wandeling omvat smalle richels, steile hellingen, oneffen oppervlakken, klauteren door rotsen en weinig routemarkeringen.
Deze omschrijving gegeven door de U.S. National Park Service klopt volledig. Gelukkig had ik de route voorgeprogrammeerd op mijn GPS-horloge want het juiste pad vinden langs de Primitive Trail bleek echt een uitdaging.
In Devils Garden vind je bogen, torenspitsen en een grote concentratie smalle rotswanden die ‘vinnen’ worden genoemd. Vinnen ontstaan wanneer regenwater parallelle breuken erodeert die worden veroorzaakt door het omhoog komen van zoutafzettingen onder het oppervlak. De uiteinden eroderen uiteindelijk en maken plaats voor de vorming van bogen zoals Landscape Arch, het kroonjuweel van Devils Garden (foto boven en onder).
Landscape Arch is de langste boog in Noord-Amerika met een lichtopening van 93,3 meter. Deze ontzagwekkende uitbreiding heeft op het smalste punt slechts een diameter van 1,8 meter. Grote delen van de boog stortten in de jaren negentig ineen, een bewijs dat het landschap van het park in een mum van tijd dramatisch kan veranderen.
Eenmaal voorbij Landscape Arch kan je een klein ommetje maken langs Navajo Arch en Partition Arch.
Navajo Arch Partition Arch
Eenmaal terug op de trail richting Double O-Arch wordt het spannend. Het pad klimt steil over zandstenen platen. Er zijn oneffen oppervlakken en smalle richels met steile hellingen. Gelukkig heb ik de laatste tijd minder last van hoogtevrees.
Eenmaal deze obstakels getrotseerd wordt je getrakteerd op Double O-Arch.
Vandaar kan je ofwel op je stappen terugkeren ofwel een lus maken via de Primitive Trail. Wie dacht dat het “pittige” sloeg op het eerste deel van de wandeling is mis, het tweede deel was nog pittiger. Het was zoeken naar de beste manier om ongeschonden naar beneden of naar boven te geraken. Gelukkig waren er ook af en toe andere mensen te bespeuren zodat we konden uitmaken welke richting we moesten uitgaan.
Na al dit geklauter was de fut eruit. De overige bogen in het park bekeken we dan ook vanop afstand.
Double ArchThe WindowsDelicate ArchSand Dune ArchBalanced Rock
Canyonlands N.P. bestaat uit talloze canyons en fantastisch gevormde buttes uitgehouwen door de Colorado River en zijn zijrivieren. De rivieren verdelen het park in vier districten: Island in the Sky, The Needles, The Maze en de rivieren zelf. Deze gebieden delen een primitieve woestijnatmosfeer, maar bieden elk verschillende mogelijkheden voor sightseeing en avontuur.
Ons avontuur beperkte zich tot The Needles en Island in the Sky.
The Needles
Op onze trip van Monticello naar Moab hielden we halt bij het district The Needles.
The Needles vormen de zuidoostelijke hoek van Canyonlands en zijn vernoemd naar de kleurrijke torenspitsen van Cedar Mesa Sandstone die het gebied domineren. Een mesa of tafelberg is een berg met een platte top en steile, uit puin bestaande hellingen.
Ruim 200 miljoen jaar geleden was dit gebied een duinveld aan de oostelijke rand van een ondiepe zee die zich uitstrekte tot aan wat nu Californië is. Door de wind geblazen zand vormde de witte banden in de Cedar Mesa Sandstone.
Periodiek zouden overstromingen vanuit bergen nabij het huidige Grand Junction, Colorado, het zand overspoelen met rood sediment, waardoor de rode banden ontstonden.
Ongeveer 20 miljoen jaar geleden, lang nadat deze lagen waren afgezet, zorgden bewegingen in de aardkorst ervoor dat het hele Canyonlands-gebied omhoog kwam.
De grillen van het landschap konden we aanschouwen tijdens de Slickrock trail.
Na de wandeling op de “gladde rotsen” reden we door naar het stadje Moab. Na te hebben verbleven in Kayenta en Monticello (waar ’s avonds niets te beleven viel) waren we blij om eindelijk in een levendige stad terecht te komen waar ze op de koop toe ook nog lekker eten hadden. Na hamburgers en fish & chips was het een verademing om salades aan te treffen op het menu en een bar te vinden waar we gewoon een pintje konden drinken…
Na de rustige dag in The Needles bezochten we ’s anderendaags Island in the Sky.
Island in the Sky
De Island in the Sky-mesa ligt op steile zandstenen kliffen, meer dan 304 meter boven het omringende terrein. Hier valt in tegenstelling tot The Needles meer te bezichtigen langs de Scenic-drive.
Starten deden we met de Grand View Point trail. Deze korte wandeling langs de rand van de canyon leverde mooie uitzichten op.
We beklommen ook de Upheavel Dome.
Dit is in tegenstelling tot de rest van het landschap een vreemde eend in de bijt. In een gebied van ongeveer vijf kilometer in doorsnee zijn de gesteentelagen dramatisch vervormd. In het midden worden de rotsen omhoog geduwd tot een cirkelvormige structuur die een koepel of anticline wordt genoemd. Rondom deze koepel bevindt zich een neerwaartse kromming in de rotslagen, een zogenaamde syncline. Wat veroorzaakte deze plooien bij Upheaval Dome? Geologen weten het niet zeker, maar er zijn twee belangrijke theorieën waarover fel wordt gedebatteerd. Enerzijds die van een zout koepel, anderzijds een krater gevormd door een meteoriet inslag.
Wat wij weten is dat we behoorlijk hebben moeten klimmen om het geheel te aanschouwen.
De bezienswaardigheid Island in the Sky is ongetwijfeld Mesa Arch. Deze 8,3 meter lange boog, gelegen aan de rand van de mesa-top, biedt uitzicht op de kloof ver beneden en het La Sal-gebergte in de verte.
Naast deze 3 wandelingen stopten we nog langs een paar overlooks.
Buck Canyon OverlookGreen River OverlookShafer Trail OverlookShafer Trail Overlook
Island in the Sky is zeker het bezoeken waard. The Needles heeft iets minder overtuigd maar via de verschillende hikes vallen er ongetwijfeld mooie dingen te zien. Dat hiken vergt echter veel tijd, tijd die we niet hebben omdat we van park naar park hoppen…
De laatste week van onze reis is ingezet. Intussen zit onze trip in Arizona erop en bevinden we ons in de staat Utah, waar ook nog een aantal National Parks op het programma staan.
Onze laatste stop in Arizona was Monument Valley.
Monument Valley
Monument Valley is ontstaan door de erosie van zandsteen afzettingen van de Rocky Mountains en de geologische opstijging (vroeger was het een dal, nu een plateau). Het werd verder gevormd door de meedogenloze krachten van wind en water over verschillende eeuwen heen.
De hoogste butte is zo een 300 meter hoog. Een butte is een geïsoleerde heuvel met steile, vaak verticale wanden en een smalle, redelijke vlakke top.
Zoals reeds aangehaald in mijn vorige post behoort deze plaats tot het Navajo-gebied. Naast bekendheid verworven door verschillende western films en de “Marlboro-man” is er net buiten de vallei een ander bekende (film)spot de “Forrest Gump point“, genoemd naar de gelijknamige film.
Na Monument Valley hielden we onderweg naar Monticello nog halt bij verschillende bezienswaardigheden waaronder Goosenecks State Park.
Goosenecks State Park
Aan de rand van een diepe kloof boven de kronkelige riviermeander die bekend staat als een “zwanenhals” heb je uitzicht op één van de meest opvallende voorbeelden van een ingegraven riviermeander op het Noord-Amerikaanse continent. De San Juan-rivier kronkelt en draait door de meander en stroomt over een afstand van meer dan tien kilometer terwijl hij anderhalve kilometer westwaarts oprukt naar Lake Powell. Dit is het resultaat van 300 miljoen jaar geologische activiteit, waarbij de San Juan-rivier zich een weg baant door de woestijn, 300 meter lager.
Valley of the Gods
Valley of the Gods heeft de bijnaam ‘mini Monument Valley’ gekregen. Net als Monument Valley wordt Valley of the Gods gekenmerkt door torenhoge rotsformaties en een open woestijnlandschap.
Een onverharde weg van 27 kilometer slingert door de vallei. Het is zanderig en hobbelig, met steile stukken. De route leek wel nooit te eindigen.
Muley Point
Na de stoffige trip doorheen Valley of the Gods reden we verder naar Muley Point. Van hieruit zijn op een heldere dag Monument Valley, de Four Corners, Valley of the Gods en Goosenecks zichtbaar. Het landschap bestaat uit enorme rotsblokken met scheuren tot wel tien en zelfs zes meter diep.
Om hier te geraken reden we langs de Moki Dugway.
Moki Dugway
Dit stuk weg – dat letterlijk uit steile rotswanden is uitgehouwen – verbindt Utah Highway 95 met US Highway 163. De Moki Dugway is beroemd om zijn steile, onverharde, maar scherpe haarspeldbochten, die 350 meter vanaf de top van Cedar Mesa afdalen. De onverharde weg strekt zich uit over ongeveer vijf kilometer en heeft een stijgingspercentage van maximaal 10%.
Het panoramische uitzicht vanaf de top is adembenemend en biedt een panoramisch uitzicht op de Valley of the Gods, Monument Valley en het omliggende woestijnlandschap.
De weg is genoemd naar de voorouderlijke Pueblo die vroege Spaanse ontdekkingsreizigers in dit gebied tegenkwamen. Het Spaanse woord “Moki” of “Moqui” en “Dugway”, is een term die verwijst naar een rijbaan die in een heuvel of berg is uitgehouwen. De kronkelige weg heeft zijn wortels stevig verankerd in het nucleaire tijdperk van het midden van de 20ste eeuw. De Moki Dugway werd in de jaren vijftig gebouwd door het mijnbouwbedrijf Texas Zinc en werd aanvankelijk gebruikt om uraniumerts van de Fry Canyon-mijnen naar een verwerkingsfabriek in de buurt van Mexican Hat te transporteren.
De laatste stop van deze goed gevulde dag was Natural Bridges N.P.
Natural Bridges N.P.
De drie bruggen in het park heten Kachina, Owachomo en Sipapu (de grootste). Het zijn allemaal Hopi-namen. Hopi’s zijn “Native Americans” die aanvankelijk in het zuidwesten van de Verenigde Staten leefden.
Een natuurlijke brug wordt gevormd door erosie veroorzaakt door water dat in de stroombedding van de kloof stroomt. Vooral tijdens perioden van plotselinge overstromingen ondergraaft de stroom de rotswanden die de meanders (of “zwanenhalzen”) van de stroom scheiden totdat de rotswand in de meander wordt ondergraven en de meander wordt afgesneden en de nieuwe stroombedding vervolgens onder de brug stroomt. Wanneer erosie en zwaartekracht de opening van de brug vergroten, kan de brug bezwijken onder zijn eigen gewicht.