Categorie archieven: Travelling

Kimmeke’s reisblog

Ik ga op vakantie en ik neem mee: een valies of twee, een fototoestel en Yves natuurlijk. Benieuwd naar onze avonturen? Hou dan zeker deze pagina in de gaten.

Van hot naar her

Na Saint-Denis en Hell-Bourg verblijven we sinds gisteren in La Plaine des Cafres. Het dorp is genoemd naar les “Cafres”, zwarte slaven op de vlucht die er hun schuilplaats vonden. De term “cafre” werd gebruikt voor de slaven die in het begin van de kolonisatie van het eiland massaal gedeporteerd werden uit Angola, Mozambique, Zanzibar of Madagascar. Op het einde van de 18de eeuw vormden de slaven ongeveer 80% van de bevolking van het eiland.

La Plaine des Cafres is de ideale uitvalsbasis om de nog actieve vulkaan, Le Piton de la Fournaise te bezoeken. De wandeling op de vulkaan, tot aan de grootste krater, is ongeveer 10 km lang. Het plan was om deze vandaag te doen maar we hebben de planning wat omgegooid en een extra dagje (wandel)rust genomen. Wat we dan wel hebben gedaan de afgelopen twee dagen?

Takamaka

Op weg naar hier maakten we een aantal tussenstops. De eerste aan de beurt was de site van Takamaka die gekenmerkt wordt door watervallen, kloven en bergpieken. Hoewel het een plaats is waar de pluviometers records breken valt er de laatste maanden iets te weinig regen om te kunnen spreken van een grandioos spektakel. Maar dit neemt niet weg dat het een mooie site is. Bovendien was Takamaka oorspronkelijk ook een cirque of keteldal. Men spreekt over de Cirque des Marsouins. De vier keteldalen werden overspoeld door lava van de Piton de Neiges. De erosie bracht echter opnieuw “amfitheaters” tot stand in drie van de vier keteldalen. Door verschillende vulkanische activiteiten vormden zich in de Cirque des Marsouins echter een plateau genaamd La Plaine des Marsouins of Plateau de Bébour. De grond van het plateau was vruchtbaar waardoor deze uitbundig begroeide. De wouden fungeerden als sponzen en vingen al het regenwater op waardoor de erosie vertraagde en het plateau stand hield waardoor men niet meer kan spreken van een cirque want deze worden gekenmerkt door een ovale vorm met een opening aan één zijde.

Nog een indrukwekkend “wist-je-datje” over de site van Takamaka, 300 meter onder de grond bevinden zich twee hydro-elektrische stuwdammen die ongeveer 35.000 gezinnen voorzien van elektriciteit.

Sainte-Rose

’s Middags maakten we een (lunch)tussenstop in de haven van Sainte-Rose. Daar bevindt zich een historische site ter herinnering van de oorlog op zee tussen de Engelsen en de Fransen in 1809.

Opmerkelijk is ook dat in dat haventje het water van de hydro-elektrische centrale van Takamaka uitstroomt.

Sainte-Anne

De enige bezienswaardigheid in Sainte-Anne is deze kerk.

Tijdens onze trip langs de kust werden we er aan herinnerd dat het hier ook effectief warm is. Het was er namelijk 30 graden. Door ons verblijf in de Cirques, waar de hoogte en de bewolking de temperatuur doet dalen, waren we dat een beetje vergeten. Zo vertrokken we met volle zon van de kust naar de Plaine-des-Cafres waar het bewolkt, miezerig en slechts 17 graden warm was.

L’îlet de Grand-Bassin

Gelukkig scheen deze ochtend de zon en konden we genieten van het schitterend uitzicht op L’îlet de Grand-Bassin. Dit gehucht is ook enkel te voet bereikbaar. Maar dit keer trokken we de wandelschoenen niet aan en stelden we ons tevreden met het zicht vanop het uitzichtpunt.

La Route du Volcan

Zoals reeds gezegd gingen we vandaag de vulkaan beklimmen maar ik heb Yves zijn beentjes (en die van mij) nog een dagje respijt gegeven. Naast het wandelen moet, zoals jullie reeds weten, ook vroeg worden opgestaan en laat dat deze morgen net niet gelukt zijn. Om de dag toch wat te vullen en morgenvroeg in één trek door naar het startpunt van de wandeling te kunnen doorrijden, deden we vandaag reeds een deel van de Route du Volcan om halt te houden bij de verschillende uitzichtpunten.

Belvédère du Nez-de-Boeuf (2.065 m)

De eerste stop was de Belvédère du Nez-de-Boeuf die een uitzicht biedt op La vallée de la rivière des Remparts. Hoewel je het water niet ziet loopt er wel degelijk een rivier. Deze heeft zich namelijk een weg gebaand in de zeer waterdoorlatende lava van de Commerson krater die de bodem van de vallei bekleed. Meestal is de rivier onzichtbaar. Wanneer de rivier weinig water krijgt infiltreert hij zich in de spleten van de lavastroom totdat hij diepe rotsen bereikt die minder waterdoorlatend zijn. Men spreekt van “ondergrondse afwatering”. Bij hevige regen kan het water echter niet volledig infiltreren en stroomt het in het rivierbed.

Point de vue Plaine des Cafres (2.070 m)

Van hieruit heb je bij helder weer zicht op verschillende bergpieken waaronder La Roche-Ecrite (2.276 m), Grand-Bénare (2.898 m) en Piton des Neiges (3.070 m). Misschien hebben we morgen meer geluk.

Le belvédère du cratère Commerson (2.310 m)

Deze krater ontstond ongeveer 2000 jaar geleden door een “explosieve uitbarsting”. Hij heeft een diameter van 200 meter en is 235 meter diep. Zo een explosieve uitbarsting ontstaat wanneer water in contact komt met lava. De stoom van het water zet de vulkaan onder druk waardoor hevige explosies volgen die ver rondom stenen en lava projecteren.

Le belvédère de La Plaine des Sables (2.350 m)

Hier waant men zich op de maan.

Morgen doen we de weg opnieuw voor de beklimming van de vulkaan. In afwachting is het nu tijd voor een Ti’ Punch.

Cirque de Mafate

De Cirque de Mafate is de wildste maar tegelijk de minst bezochte van de drie keteldalen. De reden hiervoor? Geen enkele autoweg leidt er naartoe. Dat werd dus weer stappen, enfin klauteren en afdalen, puffen en zweten, lachen en vloeken.

De geschiedenis van Mafate in een notendop

De Cirque de Mafate bevat een veertigtal “îlets”. Dit zijn kleine gehuchten of geïsoleerde dorpen die uit enkele huizen bestaan. De meeste van die dorpen zijn gesticht door de “marrons”. Dit zijn gevluchte slaven. Mafate was trouwens de naam van de leider van een gemeenschap gevluchte slaven. Hij werd in 1751 vermoord. Toen de marrons einde 18de eeuw Mafate verlieten, vestigden de “Petits Blancs” zich in het dorp Aurère. Les Petits Blancs zijn arme, blanke boeren. Rond 1860 trokken de thermen van Mafate-les-Eaux de Bourgeoisie aan. Zij werden naar daar vervoerd in stoelen met dragers. De bevolking in Mafate nam toe en de îlets van Roche-Plate, Marla en La Nouvelle zagen het licht. Ik kan nog even doorgaan maar om een lang verhaal kort te maken, vandaag de dag wonen er nog zo een 800 mensen in Mafate.

Onze trektocht

Onze tocht begon gisteren rond 9u aan de Col des Boeufs.

We trokken eerst richting La Nouvelle om vervolgens Marla te bereiken. Het plan was om via Trois Roches te passeren maar blijkbaar misten we ergens een splitsing waardoor we de route via de rivier namen. Na 6 uur en 15 minuten wandelen bereikten we Marla waar we overnachtten in de Gîte Fanélie César.

Na de zware wandeling van gisteren vertrokken we deze ochtend vol goede moed terug richting Col des Boeufs. De eerste en de laatste kilometers van de wandeling waren gelijk aan die van gisteren. We wisten dus dat het laatste stuk heel wat trappen omhoog waren. Maar wat ons tussenin te wachten stond wisten we niet. Voor de verassing werden we getrakteerd op hoge, steile trappen omhoog, en nog eens van die trappen, eindeloos veel trappen, gevolgd door de vlakte van La Plaine des Tamarins om even op adem te komen alvorens de laatste klim naar boven aan te vangen.

Desondanks hebben we genoten van mooie uitzichten.

Valt het jullie op dat het op sommige foto’s heel bewolkt is en op andere niet. Dat heeft alles te maken met de vorming van de wolken. Die ontstaan in de loop van de voormiddag doordat de zon de flanken van het keteldal opwarmt. Daardoor stijgt het vocht waardoor er wolken ontstaan. Die wolken blijven tot ’s avonds hangen in het dal.

Vroeg opstaan is hier dus de boodschap!

Cirque de Salazie en Hell-Bourg

Gisteren was een overgangsdag. We verlieten de hoofdstad richting het dorpje Hell-Bourg, gelegen in de Cirque de Salazie.

De Cirque de Salazie is volledig opgenomen in de UNESCO werelderfgoedlijst. Het is de regio waar de meeste regen valt waardoor het de groenste van de drie keteldalen is. Die regenval voedt dan weer de vele watervallen die het dal rijk is.

De indrukwekkendste waterval die je onderweg tegenkomt is ongetwijfeld La Voile de la Mariée.

Om aan de voet van de waterval te geraken steek je de Rivière du Mât over via een indrukwekkende hangbrug. Vervolgens loop je door Ilet aux Bananiers, waarna je terechtkomt in velden met waterkers en chouchou (een groente uit de komkommerfamilie die in het Nederlands blijkbaar de naam “Chayote” draagt).

Voor de minder “avontuurlijke” toeristen is de trekpleister van de Cirque de Salazie echter het dorpje Hell-Bourg.

Het dorpje ligt op zo een 950 m hoogte en werd in 1832 door twee jagers ontdekt tijdens een geitenjacht. Zij ontdekten de thermale bronnen waarrond het dorp werd opgebouwd. Het dorp was geliefd bij de hoge koloniale klasse en de Creoolse aristocratie. De nobelen en de bourgeois lieten er buitenverblijven bouwen, zogenaamde Maisons de changements d’air. Qua bouwstijl spreekt men van Cases Créoles.

De Cases Créoles kenmerken zich door la Varangue (een soort veranda aan de voorkant van het huis), les Bardeaux (de houtbekleding van de buitenmuren), les Lambrequins (de versiering van het afdak), le Guétali (verheven kiosk en mini buitensalon dat uitgeeft op de straat en de mogelijkheid biedt om met voorbijgangers te praten zonder gezien te worden) en le Baro (een smeedijzeren poort die de woning isoleert van de straat).

En neen, ik heb dat nu niet allemaal opgezocht om indruk op jullie te maken. We hebben gewoon een wandeling met gids gevolgd langs verschillende Cases créoles.

Dankzij onder meer de renovatie van verschillende Cases créoles is Hell-Bourg in 1998, als enig Frans overzees gebied, uitgeroepen tot één van de « plus beaux villages de France ».

Dankzij deze kleine uitstapjes zijn onze batterijen weer zo goed als opgeladen en zijn we klaar voor een nieuwe wandeluitdaging richting Cirque de Mafate waar we een nachtje verblijven alvorens terug te wandelen en terug te keren naar ons verblijf in Hell-Bourg. Het verslag daarvan volgt ten vroegste op donderdag want de laptop gaat niet mee in de rugzak.

Wandelen naar “La Roche-Ecrite”

Op het programma een wandeling van 18,9 km (uiteindelijk 20,5 km volgens de GPS) naar La Roche-Ecrite. Een wandeling die bij velen op het verlanglijstje staat, maar de kwalificatie “moeilijk” zal menigeen afschrikken.

De dag startte alvast veelbelovend: wekker om 4.30u, 6.10u vertrek naar Mamode Camp in Le Brûlé waar we de wandeling aanvatten rond 6.50u.

La Roche-Ecrite bevindt zich op 2.277m hoogte, ons startpunt aan Mamode Camp op 1.200m. De beentjes zullen het geweten hebben.

Maar wat bezielt een mens nu om die wandeling te maken? Wel éénmaal aan de top heb je een prachtig uitzicht op de Cirque de Mafate en de Cirque de Salazie. Ten minste, als het weer je gunstig gezind is en je voor de wolken boven bent.

Daarnaast biedt de wandeling een gevarieerd landschap bestaande uit een woud met Tamarinaden, varens, Calumet bamboe en Japanse ceders. Eens je (volgens de bordjes) 2u hebt gewandeld kom je op Plaine des Chicots. Daar kom je terecht op grote lavastenen met een schaarse begroeiing.

Volgens de bordjes ben je na 3.30u wandelen op de top van La Roche-Ecrite. Wij deden er ongeveer 5u over. En eenmaal boven moesten we uiteraard via dezelfde weg naar beneden. In totaal hebben we er (rustpauzes inbegrepen) 9.40u minuten over gedaan.

Waarom het zo lang duurde? 1) Omdat onze conditie niet zo fantastisch is, 2) Omdat het stevig bergop en vervolgens bergaf gaat, 3) De paden geen gewone wandelpaden zijn. Kijk zelf maar.

Het was een zware beproeving maar ik ben heel blij dat we dit hebben kunnen doen. En sorry Yves. Sorry, sorry, sorry. Je bent de beste 😉

Tempels, vanille, rietsuiker en rum

Belofte maakt schuld dus hierbij een kort relaas van de afgelopen twee dagen.

Over gisteren, de dag van onze aankomst, valt weinig te schrijven. Na een vlucht van 10.30u, in niet zo comfortabele zitjes, landden we veilig en wel op de luchthaven van Roland Garros. Nee niet in Parijs maar in Saint-Denis, hoofdstad van La Réunion.

Even tussendoor al een wist-je-datje van Yves: Roland Garros werd in 1888 geboren in Saint-Denis en ging de geschiedenis is in als vliegtuigpiloot. Het stadium in Parijs, wel gekend van het tennis grandslamtoernooi, werd naar hem genoemd omdat hij een oud studiegenoot en goede vriend was van de toenmalige voorzitter van de “Stade Français”.

Na lang wachten op de bagage en de huurauto gingen we op zoek naar ons stulpje in het centrum van de hoofdstad. Na een dutje, avondeten en vroeg in bed zat dag één van de reis erop.

Om wat te wennen aan de warmte en het uurverschil stonden er op dag twee wat luchtige activiteiten op het programma. Tussen het bezoek aan een vanille exploitatie en de suikerfabriek en distilleerderij bezochten we twee Tamil tempels.

De Tamil tempels vallen te verklaren door de aanwezigheid van de “Malbars”. Dit zijn afstammelingen van slaven en Indische, niet-moslim immigranten die naar La Réunion kwamen om onder andere te werken op de suikerriet plantages.

Het is dus niet toevallig dat deze twee tempels zicht in de buurt van de suikerraffinaderij van Bois Rouge in Saint-André bevinden.

Het bezoek van de suikerraffinaderij wordt gecombineerd met een bezoek aan de rum distilleerderij Savanna. Daar waar men in Martinique over rhum agricole spreekt omdat de rum wordt gemaakt op basis van suikerrietsap, spreekt men hier van een rhum traditionnel gemaakt op basis van melasse. Melasse is een bijproduct van suikerriet dat wordt verkregen nadat het suikerrietsap gebruikt werd om kristalsuiker te maken.

Naast het suikerriet wordt er op La Réunion nog een andere belangrijke plant geteeld met name de orchidee. Het gaat natuurlijk niet om de orchideeën die wij op de kast hebben staan maar om de vanille-orchidee die via haar vruchten de specerij vanille produceert. Die vruchten lijken aanvankelijk op bonen.

Het kweken van deze planten is een arbeidsintensief proces dat heel wat jaren duurt. De plant bestaat uit lianen die, om gemakkelijk te kunnen bewerken, op een staak op manshoogte worden vastgemaakt. Het duurt ongeveer 4 jaar eer er bloemen op de plant komen. Deze bloemen dienen bij gebrek aan bijen manueel te worden bestoven. Dit dient bovendien allemaal heel snel te gaan want de bloem bloeit slechts 1 dag. Daarna duurt het nog eens 9 maanden eer de vruchten (de vanillestokjes) verschijnen. Wanneer deze geel worden zijn ze klaar om te worden geoogst.

Na de oogst worden de vanillestokjes geblancheerd op 65° gedurende 3 minuten. Daarna worden ze gedurende 48u in wollen dekens gewikkeld waardoor ze hun bruine kleur krijgen (fermentatie). Vervolgens moeten ze nog een zestal weken drogen in de zon. Na het drogen in de zon moeten ze nog een tijdje drogen in de schaduw op een luchtdoorlatend rooster. Nadien worden ze geslecteerd en samengebundeld op basis van kwaliteit en grootte. Eenmaal dat achter de rug is worden ze voor verdere droging en het ontwikkelen van de vanillesmaak opgeslagen in houten kisten die in met was bedekt perkament zijn gewikkeld.

Na vandaag weten we dan ook waarom dit goedje zo duur is.

La Réunion

Elke reis begint met een goede voorbereiding

Wist je dat het eiland “La Réunion” een Frans overzees departement is? Het werd in 1946 uitgeroepen tot het 87ste departement van Frankrijk. Andere Franse overzeese departementen zijn la Martinique, la Guadeloupe en la Guyane.

La Martinique hebben we vorig jaar van onze bucketlist gevinkt. Yves zou nog graag een raketlancering bijwonen op Frans-Guyana maar dat overstijgt mijn organisatietalent. Maar zeg nog nooit nooit, want een andere optie voor zijn raketlancering is Bajkonoer in Kazachstan. Een iets minder exotische reisbestemming …

In tegenstelling tot la Martinique en la Guadeloupe, die in de Caraïbische Zee liggen, bevindt la Réunion zich in de Indische Oceaan. Je kan het terugvinden tussen Madagaskar en Mauritius. Samen met Mauritius en Rodrigues maakt het deel uit van de Mascarenenarchipel.

Het eiland heeft een oppervlakte van 2.512 km2. Het hoogste punt ligt op 3.070 m. Het betreft de vulkaan Piton des Neiges waaruit het eiland is ontstaan. Door het instorten van deze vulkaan ontstonden drie keteldalen. In het Frans spreekt men van een “Cirque”. Het betreft Cirque de Cilaos, Cirque de Salazie en Cirque de Mafate.

Cirque de Mafate is enkel te voet of via helikopter bereikbaar. Dat wordt dus wandelen. Maar dat zal niet onze enige wandeling zijn. Ook de nog actieve vulkaan, Piton de la Fournaise, staat op ons programma. Wist je trouwens dat deze vulkaan één van de actiefste op aarde is? En dat de laatste uitbarsting plaatsvond van 19 september 2022 tot 5 oktober 2022?

Dat schouwspel hebben we helaas gemist maar niet getreurd, het eiland heeft zo veel mooie andere natuurwonderen te bieden. Denk maar aan watervallen, stranden, lagunes, bergen, kliffen, ravijnen, lavastromen, wouden, rietsuiker, orchideeën, …

Wie rietsuiker leest denkt Rhum (of zijn mijn hersenen al iets teveel aangetast door dit drankje?), wie orchideeën leest denkt Vanille. Een bezoek aan een distilleerderij, suikerraffinaderij en vanille exploitatie kan dus niet op het programma ontbreken.

Ik zou nog veel meer wist-je-datjes kunnen neerschrijven maar ik ga deze post eindigen met een overzicht van de plaatsen waar we tijdens onze reis zullen verblijven. Het gaat om de hoofdstad Saint-Denis, het dorpje Hell-Bourg (ooit uitgeroepen tot één van de mooiste dorpen van Frankrijk), La Plaine des Cafres, L’Etang-Salé-les-Hauts, Cilaos en Saint-Gilles-les-Bains. Benieuwd naar onze avonturen? Hou onze posts dan zeker in de gaten.

N’artouve!